(Afbeeldingen aanklikken om te vergroten )
Drukrichting A of B:
Tijdens het bedrukken van de rol doet zich het volgende voor. Door de snelheid van het papier, dat naar boven opgerold wordt, vloeit de drukinkt naar onder uit.
Doordat de boekjes tête-bêche worden gedrukt kan men op de zegels een uitvloeirichting vinden. Deze wordt drukrichting genoemd.
Dit heeft een verdere uitleg nodig. Voor de beoordeling van een boekje gaan we er altijd vanuit dat de marge met of zonder tekst zich aan de linkerzijde bevind. De boekjes worden tête-bêche gedrukt., men noemt nu het linkerboekje de A-kant en het tête-bêche boekje de B-kant.
Zoals eerder gezegd wordt de inkt door de snelheid van de papierbaan naar onder “gedrukt”. Dit heeft tot gevolg dat als de zegels nu normaal recht  staan, de drukinkt van de zegels van de A-kant aan de linkerkant een uitvloeilijn hebben en de zegels van de B-kant dit aan de rechterkant hebben.

Dit is met een normale loupe bij zegels met een fosforlaag zeer duidelijk te zien;
drukrichting A: rechts een kartelrand en aan de linkerkant een dichte lijn.
drukrichting B: links een kartelrand en aan de rechterkant een dichte lijn.
De gekartelde rand wordt veroorzaakt door het raster van de drukcilinder. Heeft men eenmaal door waar men naar moet kijken dan is dit ook te herkennen bij zegels met normaal papier.

Bovenstaand afgebeeld drukrichting A. Bij de vergrote afbeelding zijn aan de rechterzijde van de zegel  duidelijk de rasterpuntjes te herkenen terwijl de linkerkant van de zegel een dicht gelopen, onregelmatig patroon laat zien.

Alleen Pb1H, Pb1M, Pb2H en Pb2M werden in dezelfde drukrichting gedrukt. Vanaf Pb3 werden bij verschillende oplagen de cilinders gedraaid waardoor ook tussen de boekjes in verschil in drukrichting ontstond.

Terug naar home of druktechnisch.